Hoe zelf- en samenredzaamheid zichtbaar worden op locatie
De woorden samenredzaamheid en zelfredzaamheid zijn onlosmakelijk verbonden met Passende zorg en daarmee aan de Reis van Groei en Ontwikkeling van Charim. Esther Hek is teamleider bij Spathodea en deelt zij zelf- en samenredzaamheid stimuleert op de locatie, maar vooral ook hoe iedereen dit kan oppakken.
Hoe zou je samenredzaamheid omschrijven?
Bij samenredzaamheid staat samenwerking met de omgeving centraal. Voor veel bewoners en hun naasten is dit een relatief nieuw concept. Daarom hebben we bij Spathodea een avond georganiseerd voor bewoners en hun naasten, vrijwilligers en medewerkers. Met hen hebben we besproken wat samenredzaamheid is en wat we van elkaar kunnen verwachten. Maar we hebben ook aan familie gevraagd: wat kunt u betekenen?
Hoe stimuleer je samenredzaamheid?
Bij Spathodea hebben we het vraag- en aanbodbord in het leven geroepen. Hier kunnen bewoners, familieleden, vrijwilligers, en eigenlijk iedereen die maar wil, hun diensten aanbieden. Ze kunnen er ook hun hulpvragen stellen. Je hangt een kaartje op het bord. En als je van elkaars aanbod gebruik wilt maken, haal je het kaartje van het bord. Heel simpel, maar het werkt goed en het stimuleert de samenredzaamheid.
Op welke andere manieren betrek je familieleden in de zorg?
Veel mensen denken dat zodra iemand naar een verpleeghuis gaat, heel veel niet meer mogelijk is. Van dat idee moeten we af. Daarom vertellen we al bij de inhuizing: blijft u vooral doen wat u deed. Werd iemand voordat ‘ie bij Spathodea kwam wonen opgehaald door de bridgeclub? Laten we dat dan gewoon zo houden. Mensen helpen ons al als ze even de huisarts bellen of een lift regelen. Dat scheelt ons veel werk. Sommige naasten zijn verbaasd dat ze dat zelf mogen doen. Dan denk ik: Het is juist geweldig als je dat doet!
Welke rol hebben bewoners zelf in samenredzaamheid?
We vergeten wel eens dat bewoners niet alleen maar hulpbehoevend zijn. Voordat ze bij Charim kwamen wonen hadden ze een waardevolle functie in de maatschappij. Ze kunnen echt wel wat. Daarnaast is ieder mens in zijn leven graag van betekenis. Daarom kunnen we cliënten best vragen wat ze nu nog kunnen en willen betekenen voor anderen. Dat hebben we hier gedaan en daar komen hele mooie dingen uit.
We hebben bijvoorbeeld één bewoner die schildert en nu ook schilderworkshops geeft aan andere bewoners. Een andere bewoner is heel creatief en geeft wekelijks de creatieve club bij Spathodea. Als we het hen niet hadden gevraagd, hadden ze het misschien nooit opgepakt.
Hoe stimuleer je hen om te blijven participeren?
Ik zie nog geregeld mensen die vastzitten in hun eigen patroon. Onlangs zei een bewoner tegen me ‘Esther, er komt hier helemaal niemand meer koffie drinken.’ Dus ik vroeg haar wat ze zelf zou kunnen doen en gaf haar de tip om haar buurvrouw mee te vragen om beneden koffie te gaan drinken. Dat vond ze nog lastig. Ik vroeg haar wat ze wel kon. Ze wilde dat ik een stukje in de nieuwsbrief zou zetten over samen koffiedrinken. We spraken af dat zij zelf het stukje zou schrijven en ik heb het geplaatst in de nieuwsbrief. Zo probeer ik mensen te stimuleren om zelf ook iets te doen en zelf niet alle ‘problemen’ voor ze op te lossen.
De vragen neerleggen bij bewoners, familie en andere naasten, voelt nog niet altijd vertrouwd. Dat merk ik bij mezelf en bij collega’s. Het is een andere manier van werken en een andere manier van kijken naar je omgeving. Maar al doende leert men, dus we blijven oefenen.