Verzorgende Laura van de Kraats werkt als contactclown
Het Nederlands Dagblad interviewde collega Laura van de Kraats over haar werk. Zij werkt als verzorgende én als contactclown op locatie De Meent van Zorggroep Charim. Het Nederlands Dagblad schrijft:
Als contactclown Laura van de Kraats (45) de gesloten afdeling Kastanjehof van zorggroep Charim binnenkomt met haar rode neus op: ‘Halloooo! Hier is Lobke!’, glimlacht cliënt Martin meteen. Martin is dementerend, maar herkent clown Lobke van eerdere bezoekjes. Hij is een van de dementerenden die erg goed op haar reageren, vertelt Laura. ‘Als ik lach, lacht Martin vaak met mij mee. En als ik huil, huilt hij ook.’ Haar rode neus is onmisbaar in haar werk. ‘Wat het is met die neus weet ik niet, maar de aandacht wordt meteen ernaartoe getrokken. De blik van cliënten wordt zachter en opener en het is makkelijker contact met ze te leggen. Mensen met dementie die in zichzelf gekeerd zijn, kijken vaak langs mij heen, maar wanneer ik als clown Lobke kom, kijken ze mij echt aan.’
Muziek is belangrijk in haar werk als contactclown, vertelt ze. ‘Ik heb altijd een tas met instrumentjes bij me. Ik maak dan muziek terwijl ik dicht bij iemand zit.’
Laura deed haar opleiding tot contactclown bij Clownschool Esterella in Zeist. Daar leerde ze werken met mimiek en zang. ‘En ik leerde weer samen spelen, zoals kinderen dat doen. Bijvoorbeeld met een bellenblaas.’ Ze bezoekt niet alleen de gesloten afdeling waar ze zelf als verzorgende werkt, maar gaat ook langs bij cliënten op andere locaties van Charim. Momenteel zes uur per week, ‘maar ik hoop dat de uren uitgebreid worden’. ‘Wat ik graag wil, is als clown cliënten laten glimlachen en warmte brengen in hun toch eenzame bestaan.’
In het begin hadden familieleden van dementerende cliënten vaak moeite met haar werk. ‘Het voelt toch wat gênant als je ouder een clown op bezoek krijgt. Een cliniclown is algemeen geaccepteerd, want clowns horen bij kinderen. Maar een clown hoort niet bij je moeder van zeventig.’ Ook collega’s waren sceptisch, vertelt Laura. ‘Het klassieke beeld dat mensen hebben van een clown, moet weg. Ik ben ook niet geschminkt. Het enige wat ik heb zijn wat lijntjes bij mijn ogen die mijn gezicht nog opener maken als ik lach. En ik draag graag opvallende kleuren.’
Als Laura later weer in haar gewone kleding op de groep staat, herkent Martin geen clown Lobke meer in haar. ‘Als contactclown krijg ik contact met hem op een manier die mij als verzorgende niet lukt. Hoe dat komt? Geen idee. Het helpt dat ik als clown op hetzelfde niveau sta. Soms vraagt iemand mij bijvoorbeeld of ik weet waar de wc is en dan gaan we samen op zoek.’
Bron: Nederlands Dagblad
Tekst: Harmke Zonnebeld
Beeld: Niek Stam